Previous Main Table of Content Print PDF Next
Antwoorden op de vragen

Sectie 1

1. Toerisme reizen is voor een recreatief, vrijetijd of zakelijk doel. Toeristen zijn mensen die naar plaatsen reizen buiten hun gebruikelijke omgeving en die daar voor meer dan 24 uur blijven. Ze verblijven er niet meer dan twee jaar na elkaar voor vrije tijd, zaken en andere doeleinden en worden niet beloond worden voor hun activiteit ter plaatse.

2. Cultureel Toerisme is toerisme dat zich richt op grond en land waartussen overblijfselen van het leven van de oorspronkelijke bevolking en van de doortocht van veroveraars zichtbaar is, naast dat van de huidige bewoners.

Dit soort toerisme richt zich dus ook op architectuur, avantgardistische kunstcreaties en theater, muziek- en filmfestivals. Een vorm van cultureel toerisme is creativiteits toerisme: schilderen, maaltijden bereiden van regionale producten, klossen, toneelspelen in de open lucht of in de vroegere stal enz.

Cultureel toerisme is dus vakantie beleving aan de hand van de cultuur in een bepaald land en/of streek. De geschiedenis, een strategische geografische ligging en de invloed daarop op de mensen en levenswijzen vormen de basis van die cultuur

3. Een inventarisatie verloopt langs de volgende stappen:

Stap 1 Beperk je zoekgebied en inventariseer, Stap 2 Geef weer op een detailkaart, Stap 3 Categoriseer de informatie, Stap 4 Beschrijving objecten en activiteiten, Stap 5 Plaatsbepaling op de kaart

4. Tien belangrijke interpretatie principes

  • Om belangstelling op te wekken dienen gidsen of rondleiders, dus vertalers van gebeurtenissen van weleer maar ook van het heden, in te spelen op de ervaringswereld van de toeristen en bezoekers.
  • Het doel van de interpretatie, cultuur vertaling, gaat verder dan alleen informatieverstrekking, namelijk om het zich inleven, het betekenis geven aan, van wat er toentertijd speelde of nu in een cultuuruiting speelt). Processies bijvoorbeeld in onze en verleden tijd.
  • De interpretieve presentatie van de informatie dient in een boeiende verhaalvorm gepresenteerd te worden met bepaalde hoogtepunten.
  • Het doel van het interpretieve verhaal is om de toeristen en bezoekers te inspireren en hun horizon te verbreden.
  • Een interpretatie moet een afgerond thema of een stelling behandelen en die aan een (fictieve)persoon koppelen ter identificatie.
  • Interpretaties dienen voor kinderen, teenagers, volwassenen en senioren verschillend te zijn, recht doende aan hun belevingswereld.
  • Elke plaats heeft een gepaalde geschiedenis die het culturele heden kan verklaren en de toekomst richting kan geven.
  • Nieuwe mediatechnieken kunnen de wereld van weleer fascinerend weergeven. Deze technieken dienen wel zorgvuldig gebruikt te worden bij interpretaties.
  • Gidsen/vertalers moeten zorgvuldig omgaan met wat ze presenteren zowel kwalitatief als kwantitatief. Een doelgerichte, doordachte en zorgvuldige interpretatie is sterker dan een lang verhaal.
  • De gids/vertaler dient vertrouwd te zijn met basiscommunicatie technieken. De kwalitatieve interpretatie hangt samen met de kennis en vaardigheden die up to date moeten worden gehouden.
  • Interpreterend schrijven dient zich te richten op wat de doelgroep belangrijk vindt om te weten en wat van wezenlijk belang is om kennis van te nemen.
  • De interpretatie van een toeristisch cultureel object of activiteit moet niet alleen voor de doelgroepen aantrekkelijk zijn, maar ook voor subsidiegevers (politiek, overheid, bedrijfsleven). Vrijwilligers moeten als het ware in de rij staan om eraan mee te werken. Het Grebbelinieproject, maar ook de piramide van Austerlitz zijn daar voorbeelden van.
  • Interpretatie geeft de toeristen en bezoekers de mogelijkheid om de omgeving met andere ogen te zien en te beleven. Stimuleert ze om culturele (historische) objecten en activiteiten in stand te houden voor de latere generaties.
  • Gidsen-vertalers kunnen op basis van een goed programma hun interpretaties goed weergeven en promoten.
  • Passie is belangrijk om een interpretatie inspirerend en gloedvol weer te geven voor een groep toeristen of bezoekers.

5. Een boeiend verhaal vertellen is een kunst en een kunde. Als je de culturele informatie in boeiende verhaalvorm kunt overbrengen blijft dat verhaal met historische feiten in het geheugen van de toeristen hangen. Belangrijke culturele informatie en omgangsnormen van nu en weleer komen tot leven in een sprankelend verhaal. Als daarbij het ook nog eens gedemonstreerd wordt zijn de toeristen geënthousiasmeerd

6. Passieve ondersteuningsmaterialen of voorwerpen worden niet gemanipuleerd door de verteller. Ze blijven statisch. Actieve ondersteuningsmaterialen worden door de verteller gebruikt om zijn verhaal kracht bij te zetten.

7. Het communicatieproces kent een zender met een boodschap en een ontvanger die deze boodschap interpreteert en decodeert binnen een bepaalde context. De ontvanger geeft vervolgens feed back aan de zender. De boodschap kan door een medium worden overgebracht denk aan msn bijvoorbeeld. Een goede zender/verteller zal zijn boodschap zorgvuldig overbrengen en wel zodanig dat deze goed te begrijpen en meeslepend is.

8. 5 evaluatievragen na een presentie

Was de informatie relevant? Teveel of te weinig? Aansprekend en gericht op je doelgroep, was de uitgekozen plek voor het verhaal interessant en ter zake doende enz. Was de duur van het verhaal goed, te lang of tekort? Verstonden je toehoorders je goed? Misten ze iets? Voelden de bezoekers zich betrokken bij het verhaal of de activiteit? Konden ze zelf wat inbrengen of ervaren? Voldeed het verhaal of de activiteit aan hun verwachtingen? Zo nee waarom niet? Hebben je toehoorders nog suggesties ter verbetering of optimalisering van je verhaal of de activiteit? Vonden de toeristen de prijs van de excursie met verhaal redelijk, te weinig of teveel?

9. Bespreek dit met twee medestudenten

Previous Antwoorden op de vragen           Sectie 2 Next