Previous Main Table of Content Print PDF Next
Sectie 3: Archeologisch en Architectuur Toerisme

3.1. Archeologisch Toerisme

Archeologische plaatsen en opgravingen trekken meer en meer toeristen. Dat heeft positieve en negatieve gevolgen. Toenemende toeristen betekenen voor de opgravingen meer kansen op beschadigingen met als gevolg dat bijvoorbeeld grotten met rotstekeningen voor het publiek worden gesloten.

Archeologisch toerisme concentreert zich op het bezoeken van historische plaatsen en opgravingen met name in Nederland is dat de tijd van de Hunebedden en Grafheuvels gevolgd door de Romeinse tijd. Ook scheepswrakken worden opgegraven uit de Hanzetijd en Gouden Eeuw. Met name in Flevoland en in de Noordoost polder zijn er wrakken gevonden. De toeristen die deze plaatsen bezoeken zijn geïnteresseerd in het verre verleden Ze leren graag over zeer oude historische culturen die in een bepaald gebied floreerden. Archeologische toeristen vinden exotische plaatsen die moeilijk bereikbaar zijn ook erg belangwekkend. De reis er naar toe is al een unieke gebeurtenis. In Nederland is dat meestal niet het geval maar als men naar de Inca en Maija cultuur kijkt des te meer in of bij het Amazone gebied. Archeologisch toerisme betekent ook het bezoeken van museums en attractie parken met een archeologisch thema. Denk bijvoorbeeld aan het Museon waar de Romeinse tijd in Nederland beleefd kan worden. Ook theater stukken die onder het thema vallen worden bezocht en films bekeken.

Archeologische plaatsen zijn vanuit een toeristisch economisch gezichtspunt belangrijke inkomstenbronnen. Met deze plaatsen dient dus zorgvuldig worden omgegaan en er dient onderhoud, conserveringen en restauraties gedaan te worden aan de opgravingen. Indien dat nagelaten wordt is het een op korte termijn een goudmijn en op wat langere termijn een verlaten desolate mijn. Zowel uit sociaal economisch als uit historisch educatief oogpunt geen aanlokkelijk idee.

Previous Introductie           3.1.1. Richtlijnen voor archeologisch toerisme Next