|
|
|
|
|
|
|
In de Europese Unie zijn vele culturele toeristische producten variërend van kastelen, verdedigingslinies enz. tot volksdansen en ringsteken. Sommige producten zijn seizoensgebonden, andere min of meer onafhankelijk van het seizoen indien ze onder de pannen zijn.
In Nederland vinden de meeste toeristische activiteiten plaats tijdens de zomerperiode en in mindere mate in de herfst en het voorjaar. Gedurende de winter vinder er weinig activiteiten plaats in tegenstelling tot bijvoorbeeld Zweden en Finland waar de wintersportactiviteiten een belangrijke toeristische trekpleister zijn. Denk met betrekking tot cultureel toerisme bijvoorbeeld aan ijssculpturen, het ijshotel en Laplandse wintermarkten in die streken.
Landelijke culturele toeristische activiteiten zoals bezoeken aan en overnachten op een kasteel, museum/kerk bezoek met rondleidingen, volksdansen, indoor regionaal koken enz. geven een goede kans op een wat meer evenwichtige spreiding van het landelijk en regionaal toerisme gedurende alle seizoenen. Dat zijn dan inkomsten waar de toeristische ondernemers min of meer op kunt rekenen. In de EU AMBER en AURORA 1 Projecten vind je trainingsmaterialen die andere toeristische activiteiten beschrijven. Daarnaast beschrijft het moduul “Accommodatie“ hoe je een toeristisch accommodatiebedrijf in een landelijke en regionale omgeving kunt beginnen en managen.
Het “Toeristisch Cultureel Moduul in Landelijk en Regionaal Toerisme“geeft informatie over hoe je een cultureel toeristisch bedrijf of activiteit in een landelijke omgeving kunt starten en managen. In het algemeen kenmerken landelijke en regionale toeristische bedrijven zich door kleinschaligheid, lage milieubelasting en servicevoorzieningen aan een specifieke categorie van toeristen. De doelgroep is flexibel, wil in zijn vakantie actief zijn en reist met als doel zichzelf, de wereld, de regionale cultuur en natuur nog wat meer te ontdekken
De belangrijkste activiteiten worden beschreven in vier secties die een idee geven hoe het is om met een bedrijf of activiteit in deze richting te beginnen.
In de eerste sectie krijgt de student een idee wat regionaal en landelijke cultureel toerisme is en hoe hij een inventarisatie maakt van mogelijke toeristische culturele objecten en activiteiten. Vervolgens wordt op de interpretatie van de culturele objecten en activiteiten ingegaan en hoe je die presenteert. De tweede sectie wordt de Grebbelinie als voorbeeld van een toeristisch cultureel object met daaraan gekoppelde activiteiten beschreven. De derde sectie gaat in op Archeologisch en Architectuur toerisme. In de vierde sectie worden een aantal traditionele gerechten behandeld die tot het culinaire verleden van Nederland behoren, hoe je die kan promoten en op de menukaart zetten.
In de laatste sectie worden soorten toeristische culturele evenementen beschreven gevolgd door een voorbeeld van een evenement.
Het moduul kan als basis dienen om een eigen parttime bedrijf of activiteit in cultureel landelijk en regionaal toerisme te starten en te managen.
Na bestudering van deze moduul:
|
|
Voorwoord | P.1 Beginniveau |
|