|
|
|
|
|
|
|
Landelijk toerisme kwam pas goed op gang rond 1970, toen er een behoefte ontstond korte en lange vakanties op de boerderij of de boerencamping te houden. Het was ook een ontvluchten van de stad en met de kinderen en activiteiten ondernemen die daar door het toenemende verkeer moeilijker werden zoals fietsen, wandelen, paardrijden, een hut bouwen enz. en dat alles ook nog in een frissere lucht.
Tegenwoordig wordt er een groot aantal landelijke producten aangeboden: B&B’s, vakantiehuisjes, wellness mogelijkheden, sauna’s, restaurants, theetuinen, natuurtochten, kinderboerderijen, creatieve cursussen, met de boer werken enz. enz. Kamperen bij de boer is erg populair en tien camping plaatsen per boerderij worden meestal toegestaan door de lokale en regionale overheden. In het hoogseizoen worden soms 15 standplaatsen van caravans of tenten toegestaan. Veel ondernemers hebben een eigen website en werken met elkaar samen met name op het gebied van marketing. Het is overigens goed te realiseren dan het Nederlandse platteland niet representatief is voor de het EU platteland gelet op alle infrastructuur die meestal aanwezig is.
Landelijk toerisme begon dus vooral als een camping activiteit bij de boer of Staatsbosbeheer maar kent nu ook veel Bed en Breakfast accommodaties. Er zijn wat minder hotels aanwezig op het platteland, de fitte geboortegolf raakt gepensioneerd en wil actief bewegen. Daar springen deze accommodaties op in. Enige feiten:
De doelgroep van het landelijk toerisme bestaat in het hoogseizoen vooral uit families met kinderen en in het laagseizoen vooral uit 50+ senioren. Andere doelgroepen worden echter meer en meer belangrijker zoals pasgetrouwde stellen die graag in een kamer op een landhuis overnachten en schoolklassen die kennis maken met het fenomeen dat de koe de melk produceert en niet de fabriek.
|
|
1.3.1. Definitie en Missie | 1.3.3. Accommodatie kwalificatie systeem |
|